In navolging van kampioen Real Madrid, nummer twee FC Barcelona en nummer drie Atlético Madrid heeft Sevilla FC het vierde en laatste plaatsbewijs voor de Champions League bemachtigd in Spanje. Door een 1-1 gelijkspel bij Atlético is Sevilla niet meer te achterhalen door nummer vijf en stadgenoot Real Betis, dat met 2-0 won van Granada.
José María Giménez kopte Atlético in de 30ste minuut op voorsprong en vijf minuten voor het einde zorgde Youssef En-Nesyri voor de bevrijdende 1-1.
Hoewel het verschil tussen Sevilla en Real Betis drie punten is en Betis in punten nog op gelijke hoogte kan komen in de laatste speelronde, is Sevilla op basis van de onderlinge resultaten tegen Betis al zeker van Champions League-deelname.
Atlético had voorafgaand aan de wedstrijd het vertrek van Luis Suárez en Hector Herrera bekendgemaakt. Suárez kreeg halverwege de tweede helft onder luid gejuich een publiekswissel bij zijn laatste thuiswedstrijd in het Wanda Metropolitano. In tranen verliet hij het veld.
Memphis valt uit
Met Frenkie de Jong, Jordi Alba en Eric García geschorst en Gerard Piqué, Nico, Pedri, Sergi Roberto, Sergiño Dest en Ronald Araújo geblesseerd had FC Barcelona-trainer Xavi flinke personele problemen voor het duel met Getafe. Memphis Depay startte op de linkervleugel en Luuk de Jong begon op de bank. Het werd 0-0.
De wedstrijd in het Coliseum Alfonso Pérez telde nauwelijks hoogtepunten. Memphis ging in de 71ste minuut met een ribblessure naar de kant. Zijn vervanger was Luuk de Jong. Door het gelijkspel werd Barça zeker van plaats twee en handhaafde Getafe zich in La Liga.
Kampioen Real Madrid speelde met een B-team met 1-1 gelijk bij degradatiekandidaat Cádiz CF. Mariano Díaz opende de score voor Real, maar Rubén Sobrino maakte gelijk. Door een gemiste strafschop van Álvaro Negredo in de tweede helft ontsnapte Real, dat op 28 mei Liverpool treft in de Champions League-finale, aan een nederlaag.